Hoe het begon
Werkzaam bij een grote producent van babyvoeding onderzocht Guido Evers in 2005 de toegevoegde waarde van omega-3 vetzuren voor de ontwikkeling van kinderen. In dat onderzoek kwam naar voren dat visolie niet geschikt was voor babyvoeding, omdat het te vervuild en de kwaliteit niet consistent genoeg was. Hij kwam in aanraking met algen als ‘de bron van omega-3’. Alsof alles op zijn plek viel voor hem, want algenolie is op veel vlakken beter dan visolie. Algenolie is namelijk rijker aan omega-3, dus je hebt er minder van nodig. Algen worden geteeld op land, dus geen oceaanvervuiling met zware metalen en andere giftige stoffen. En door omega-3 uit algen te extraheren, is het onnodig om vis te vangen. Daar zit de grootste winst.
Geen onnodige visvangst
Jaarlijks wordt namelijk ruim 90 miljoen kilo vis gevangen ter wereld. Overbevissing bedreigt onze oceanen. Door verstoring van de voedselketen raakt het hele ecosysteem uit balans. Met alle desastreuze gevolgen van dien voor mens en planeet. Op dit moment wordt zo’n 25% van de wereldwijde visvangst gebruikt om essentiële omega-3 vetzuren uit te winnen. Samen met Martin de Vries, producent van verschillende supplementen merken, ziet hij in algenolie het antwoord op deze weeffout in het systeem. Na veel ontwikkeling en met steun van het VNO-NCW platform Biodiversiteit, Ecosystemen & Economie wordt in 2011 het eerste Testa Omega-3 product op de markt gebracht.